donderdag 12 maart 2009

Arabische atoombom kennis proliferation

Abdoel Kadier Khan en de Zwitserland connectie.

Leverancier: Gotthard Lerch

Gotthard Lerch is een duitse zakenman die als tussenhandelaar werkt voor het atoomnetwerk van A.Q. Khan. In het verleden werkte hij voor de industriele technologie en metallurgie afdeling van Leybold-Heraeus (op het moment van schrijven onderdeel van Unaxis AG), een producent van hoogwaardige apparatuur die verdacht wordt van het leveren van nucleaire apparatuur aan Pakistan en Irak in de tachtiger jaren.

... where he was reportedly implicated by German authorities along with co-worker Otto Heilingbrunner in the illegal export to Switzerland of blueprints and construction plans for uranium enrichment plant components; alleged to have tried and failed to obtain supplies of pipes for Libya's Project Machine Shop 1001, allegedly planned by Peter Griffin, a British citizen and alleged longtime supplier to Khan, to be a workshop in Libya to make centrifuge components that could not be obtained from outside Libya; reportedly arrested in November 2004 in Switzerland on suspicion that he aided the development of a gas centrifuge to enrich uranium for Libya between 2001 and 2003, and reportedly received up to $4.25 million for his involvement with the centrifuge activities; reportedly admitted to supplying Pakistan valves, vacuum pumps, brazing furnaces, measuring instruments and a gas-purifying plant in the 1980s, much of which was reportedly shipped to Pakistan by way of Switzerland, France and Dubai; resides in Switzerland, reportedly in the village of Grabs.

Kaart van de omgeving Haag - Grabs - Buchs via Google Maps

Grabs ligt dicht bij Haag, maar vijf kilometer verderop, waar Urs Tinner woont en werkte. Lerch's onderneming bevindt zich in het eveneens dichtbij gelegen Buchs, op slechts drie kilometer afstand van Grabs.

Gotthard Lerch studeerde werktuigkunde en machinebouw en werkte aansluitend bij vliegtuigbouwer Dornier. Daar kwam hij aan kennis over de bouw van gas-ultracentrifuges, die ook voor uraniumverrijking gebruikt worden. Na zijn opleiding in 1966 tot machinebouwingenieur aan de Technische Hogeschool Balthasar Neumann in Würzburg werkte hij bij Dornier. In 1968 en 1969 was hij onderzoeks-ingenieur in de trillingstechniek bij Dornier.

1971 wechselte Lerch als Bereichsleiter zum Anlagenbauer Leybold-Heraeus (LH) nach Hanau. Dort machte er erste Erfahrungen mit Gasultrazentrifugen, die zur Urananreicherung verwendet werden. Durch sein profundes Wissen über Vakuum-Technologie machte er schnell Karriere. Am 12. März 1973 erhielt er Handlungsvollmacht von LH. Am 1. September 1973 wurde er Projektleiter. Ab 1974 war Gotthard Lerch bei LH mit Akquise und Kontaktpflege betraut, anschließend wurde er Leiter des Profit-Centers. 1981 erhielt er Gesamtprokura bei LH. 1982 wurde Lerch Leiter des Geschäftsbereichs "Große Metallurgie und chemische Verfahrenstechnik". Am 31. Dezember 1985 schied er auf eigenen Wunsch bei LH aus und siedelte nach Grabs in die Schweiz über. In der Schweiz gründete Gotthard Lerch die "Apparate, Verfahren und Engineering AG" (AVE) mit Sitz in Buchs.

Prozesse
Zwischen 1990 und 1992 musste sich Gotthard Lerch wegen Verstößen gegen das Außenwirtschaftsgesetz und das Kriegswaffenkontrollgesetz vor dem Landgericht Köln verantworten. Ihm wurde vorgeworfen, Lieferungen für das internationale Beschaffungsnetzwerk des pakistanischen Atomwissenschaftlers Dr. Abdul Kadir Khan organisiert, bzw. durchgeführt zu haben. Er wurde aus Mangel an Beweisen freigesprochen. Einige Vorwürfe waren verjährt, zudem kamen die Schweizer Behörden dem Rechtshilfeersuchen des Landgerichts Köln nicht nach. Im Oktober 2004 wurde er aufgrund eines internationalen Haftbefehls des deutschen Generalbundesanwalts an seinem Wohnort im Schweizerischen Rheintal-Ort Grabs festgenommen. Die deutsche Bundesanwaltschaft ermittelte seit Juni 2004 gegen Gotthard Lerch unter anderem wegen des Verdachts des Landesverrats. Dieser Vorwurf wurde anschließend fallengelassen, um Lerchs Auslieferung nach Deutschland zu ermöglichen.

Am 17. März 2006 begann der Prozess gegen Lerch vor dem Landgericht Mannheim. Die Staatsanwaltschaft legte ihm Verstöße gegen das Außenwirtschaftsgesetz und das Kriegswaffenkontrollgesetz zur Last. Konkret soll Lerch als eine Art "Projektleiter" für das libysche Atomwaffenprogramm des Revolutionsführers Muammar al-Gaddafi verantwortlich gewesen sein. Laut Anklage soll Lerch mit Hilfe von Hintermännern ein Verrohrungssystem für eine Gas-Ultrazentrifugen-Anlage geplant haben. Damit lässt sich Uran waffenfähig anreichern. Am 26. Juli 2006 platzte das Mannheimer Verfahren gegen Lerch. Gründe hierfür waren unbeantwortete Rechtshilfeersuchen aus dem Ausland sowie die Zurückhaltung von Ermittlungsakten.

Am 31. Oktober 2007 entschied das Oberlandesgericht Stuttgart, das Verfahren gegen Lerch zu übernehmen. Die Anklage wird von der Bundesanwaltschaft vertreten. Lerch schwieg im Mannheimer Verfahren zu den Vorwürfen. Seine Rechtsanwälte versuchten stattdessen, ihren Mandanten als Opfer einer internationalen Verschwörung von Regierungen und Geheimdiensten darzustellen. Im laufenden Verfahren in Deutschland wird er von den Rechtsanwälten Gottfried Reims und Christof Püschel aus Köln vertreten. Der Prozessauftakt vor dem Staatsschutzsenat des Oberlandesgerichts Stuttgart soll nach Informationen der Nachrichtenagentur ddp am 5. Juni 2008 stattfinden. Insgesamt seien 43 Verhandlungstage angesetzt.


Het vonnis zou in januari 2009 volgens plan uitgesproken zijn.

Leverancier: Urs Tinner

Deze zwitserse man wordt verdacht van het doorgeven van nucleaire geheimen, wat via amerikaanse spionnen uiteindelijk leidde tot het stoppen van het libische atoomwapenprogramma.

Voor het eerst vertelt Urs Tinner in het openbaar over wat hij in 2003 zei tegen de Central Intelligence Agency over het feit dat Libie apparatuur ging ontvangen die bedoeld is voor het vervaardigen van een atoombom.

Bij een dokwerf in Italie vonden opsporingsambtenaren centrifuges die bedoeld waren voor verzending naar het afrikaanse continent. De ontdekking dwong de libische regering toe te geven dat het een clandestien nucleair programma had, wat zij moest beeindigen.

Ondanks dat de CIA geen commentaar wil leveren over deze zaak is hieronder meer over dit thema te zien. In de onderstaande documentaire van de zwitserse televisie wordt een inzicht gegeven over hoe Tinner precies in de zaak betrokken is.

De uitzenddatum van de documentaire op 26 januari 2009 valt samen met het publiceren van een amerikaans rapport dat de zwitserse regering beschuldigt van het vernietigen van bewijzen tegen Tinner, inclusief gedetailleerde ontwerpen voor atoombommen.

Urs Tinner, zijn broer Marco en zijn vader Friedrich werden begin 2004 door de zwitserse autoriteiten gearresteerd op verdenking van smokkel van atoomgeheimen. Friedrich Tinner werd in 2006 vrijgelaten, gevolgd door Urs in December 2008. Ze gingen beiden vrijuit.

Marco Tinner zat sinds september 2005 in de gevangenis en werd op vrijdag vrijgelaten na het betalen van een borgsom van 100.000 zwitserse franken.

Atoomspionnen in Zwitserland

In de onderstaande documentaire "de spion, die uit het rijndal kwam" is te zien dat de Tinners vrienden waren met Abdul Qadeer Khan, de grondlegger van het Pakistaanse nucleaire programma en hoofd van het zwarte markt netwerk dat Iran en Libie van wapenonderdelen voorzag.



Uitzending op de zwitserse televisie SchweizerFernsehen van 26 januari 2009. De familie Tinner houdt Zwitserland bezig. De familie wordt beschuldigd van het meewerken aan de fabrikage van atoombommen. Jarenlang zat Urs Tinner daarom in voorarrest. Sinds een paar weken is hij weer op vrije voeten. De documentaire is maar 38 minuten en 19 seconden lang, de rest ontbreekt helaas.

Khan verbleef bij de Tinners en noemt ze "een eerlijke Zwitserse familie".

De Tinners zijn mechanici die met centrifuges te maken hebben. De autoriteiten verdenken hen van deelname aan het distributienetwerk van Khan. Khan ontkent dat in deze documentaire. Khan's netwerk viel uiteen toen de centrifuges voor Libie onderschept werden.

The report produced by a parliamentary supervisory committee states that on June 21, 2003, six CIA agents did in fact approach Marco Tinner with what they said was a search warrant. It was unclear what, if anything, they found, but the agents could have had access to potentially sensitive data. "At that time the agents got Marco Tinner to cooperate with the American authorities," the report states.

<< Switzerland could have kept the documents secret and secure without destroying them. >>

Christian Democratic Party Sabotaged

In the documentary, Urs Tinner says he sabotaged equipment that he knew was bound for secret uranium enrichment programmes so it would malfunction on the first use. He doesn't say which country had ordered the parts.

Urs Tinner was arrested in 2004 in Germany before being brought back to Switzerland in 2005. The nuclear smuggling case never went to trial and the media have long speculated that the Tinners were spying for the CIA - a punishable offence in Switzerland - and that Washington put pressure on Bern to destroy evidence in the case.

"Les espions qui venaient d'Hélvétie"


Former Justice Minister Christoph Blocher told the documentary filmmakers that he travelled to Washington in 2007, three years after the Tinners' arrest, to discuss the matter with the Americans.

Blocher said the Americans wanted thousands of case files but he refused to hand them over. The Swiss cabinet later decided to destroy them after members learned they held plans for nuclear warheads.

A blast of criticism
A parliamentary delegation on Thursday strongly criticized the cabinet's decision to do that, saying it overreacted as there was no immediate threat to Switzerland's security. All possibility of determining guilt or innocence in the case vanished with the destroyed evidence.

The report was particularly critical of Blocher for not having informed the cabinet quickly enough about the scope of what the dossier contained.

Only the rightwing Swiss People's Party, of which Blocher is a member, has defended the move to destroy the files. "What's essential is that Switzerland's security and sovereignty, as well as international law in regard to nuclear non-proliferation, were respected," it said. Other parties were less forgiving.

The centre-left Social Democratic Party has welcomed the publication of the report which showed that the destruction of the documents was "neither proportionate nor reasonable". In a similar vein both the centre-right Christian Democrats and the Radical Party pointed similar shortcomings.

"It should not have been possible, in Switzerland, that these documents could be destroyed on the basis that they couldn't be kept secret and secure," the Christian Democratic Party said. "We have to see to it that the separation of powers is strictly respected," said the Radical Party, suggesting new measures might be needed to keep cabinet powers in check.

Cabinet members have not responded to the report, saying they wanted to read it in full first.

copyright swissinfo with agencies


In de volgende aflevering: Arabische atoombom kennis verspreiding (2):

Leverancier: Henk Slebos

Interessant artikel op de blogspot van Harald Doornbos over Henk Slebos en Abdoel Kadier Khan:
Nukeboy Henk Slebos in Afrika

Klokkenluider: Frits Veerman

Atoomspionage

(aan dit artikel wordt nog gewerkt, kom hier a.u.b. later nog eens terug)

0 reacties:

Een reactie posten