Bron: FEM Business , jaargang 11 , nummer 9 , datum 1-3-2008
Nu de belastingdienst de hand heeft gelegd op een lijst van zwartspaarders in Liechtenstein, is het jachtseizoen op de belastingontduiker geopend. Ook in Nederland.
actueel Belastingschandaal
Een zwijgzame, weinig opvallende verschijning. “Een tikje merkwaardig ook”, voegden zijn buren toe aan hun omschrijving van Heinrich Kieber. Kieber wordt ervan verdacht de top van corporate Duitsland flink in de problemen te hebben gebracht. Heinrich, Henry voor collega’s, een 42-jarige inwoner van de dwergstaat Liechtenstein, werkte begin deze eeuw anderhalf jaar voor de Liechtenstein Global Trust Bank (LGT), waar hij het papieren bankarchief digitaliseerde.
Bij het kopiëren van de data heeft hij een schijfje met de namen van 1.600 vermogende wereldburgers, onder wie 600 Duitsers en 100 Britten, in zijn zak gestoken en te koop aangeboden aan de Duitse en Britse belastingdiensten. Met succes: inmiddels is Kieber met zo’n 5 miljoen euro op zak spoorloos verdwenen, een wegkwijnend vorstenhuis achterlatend.
De LGT Bank is persoonlijk eigendom van de prinselijke familie van het vorstendom. Zijne Doorluchte Hoogheid Philipp Erasmus Prinz von und zu Liechtenstein, broer van de regerende vorst Hans Adam II, zit de familiestichting die de bank beheert voor. Daarmee regeert de prins niet alleen over 160 vierkante kilometer Alpenweiden, maar ook over het familiekapitaal van naar schatting 3,2 miljard euro. Het vorstendom heeft twee exportproducten: de drilboor van het merk Hilti en het bankgeheim.
Dat laatste wankelt nu de Duitse belastingdienst de Duitse namen op de uitgelekte lijst gretig met aanmaningen, boetes en herinneringen najaagt. In allerijl stuurde de familie premier Otmar Hasler er als een boodschappenjongen op uit om de Duitse regering te sussen. Hasler werd bij Angela Merkel ontvangenalsof hij een onbeduidende Beierse wethouder wasen kreeg per ommegaande van deBundeskanzlerinte horen:‘Solche Steuerparadiese wie in Liechtenstein, haben in einem modernen Europa eigentlich keinen Platz.’ Het komt niet vaak voor dat soevereine staten in Europa elkaar zo weinig diplomatiek behandelen.
Bankgeheim
En dat kan in het huidige Europa, waarAlle Menschen Brüderworden, zolang hun wetboeken maar wel alle tonen van het continentale koor meezingen. De dwergstaten die dat weigeren, zijn staatsvijanden geworden, in elk geval van de grote westerse belastingdiensten. Liechtenstein, Andorra en Monaco staan op de zwarte lijst van de Oeso genoteerd als ‘Unco-operative Tax Havens’ – een betere reclame voor hun economie konden de vorstendommen zich niet wensen.
Feit is wel dat de belastingdiensten nu een gevoelige slag hebben toegebracht aan het bankgeheim in de Alpen. Na vermogend Duitsland grijpt de paniek ook elders in Europa om zich heen, nu kopieën van de LGT-lijst ook zullen worden verzonden naar de belastingdiensten van de Scandinavische landen en Nederland. En nu Duitsland 150 huisonderzoeken heeft gedaan, 91 schuldbekentenissen heeft verkregen en daarmee 27,8 miljoen euro aan belastinggeld alsnog heeft geïnd, hebben ook landen buiten de EU hun fiscale inlichtingendienten op het ministaatje gestort.
Staan er Nederlanders op de lijst? Is Liechtenstein een populaire vrijhaven voor vermogende Nederlanders? Geen belastingadviseur zal toegeven zijn cliënten naar Liechtenstein te sturen. Toine Manders, directeur van het Haags Juristen College: “Dat riekt naar illegaliteit, begrijpt u? Het gaat hier namelijk alleen om zwartspaarders met geld op een buitenlandse rekening. Je kunt ervan uitgaan dat mensen hun spaargeld op een rekening in Liechtenstein niet zullen opgeven in box 3. Liechtenstein heeft een bankgeheim en dat is de belangrijkste reden om er überhaupt naartoe te gaan. Maar voor het belastingtarief is Liechtenstein helemaal niet zo interessant.”
Dat ervaart ook Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit en partner bij Deloitte Belastingadviseurs. “Mensen die zwart geld hebben, want daar hebben we het over, willen het liever niet te ver buiten de deur hebben staan. Luxemburg is dan veel logischer, dat land heeft ook een bankgeheim.” Het is dan ook de vraag of de Nederlandse belastingdienst eigenlijk wel kan profiteren van het Duitse speurwerk. Kavelaars verwacht dat het effect tegenvalt. “Mijn inschatting is dat er niet heel veel boven water komt voor Nederland. Liechtenstein is namelijk vooral interessant vanwege de mogelijkheidStiftungenop te richten, die vermogen beheren én uitkeringen mogen doen. Als je dat geld wilt belasten, moet je weten wie er achter die Stiftungen zitten. En ik geloof niet dat die namen op de lijst staan.”
Het is ook niet bekend welke, hoeveel of wat voor informatie in handen van de fiscus zal komen, en het ministerie heeft er geen belang bij open kaart te spelen. Maar, zo stelt Kavelaars: “Eén ding is zeker: als er informatie wordt aangeboden, neemt de dienst die met beide handen aan.” Daarbij is het de vraag of de gegevens rechtmatig verkregen zijn. De fiscus heeft al eerder een paar tikken op de vingers gekregen over de manier waarop hij informatie heeft verkregen. Zo was er de KBL-affaire, die volgens Kavelaars ‘bijna als twee druppels water’ lijkt op het huidige schandaal. Vanouds is Luxemburg een voor Nederlanders aantrekkelijke belastingvluchthaven. Speciaal voor de clientèle uit Nederland had de Kredietbank Luxemburg (KBL) Nederlandstalige accountmanagers in dienst. Toen een werknemer van KBL in de jaren negentig rekeninggegevens van belastingontduikende Belgen aan de Belgische overheid doorseinde, rinkelden de alarmbellen ook in Nederland.
In het najaar van 2001 stond de fiscus na een ronkende aankondiging op de stoep van tientallen Nederlanders. Of ze even hun buitenlandse bankafschriften erbij wilden pakken. En of ze er even aan dachten dat de maximumstraf voor belastingontduiking zes jaar cel is.Het doel? Angst aanjagen, en die tactiek werkt. In 2003 bleek de actie 56,5 miljoen euro aan naheffingen en boetes op te leveren, bij 4.630 belastingplichtigen. Bijna tweederde daarvan werkte aan de onderzoeken mee, waarvan er 800 uit zichzelf bij de fiscus aanklopten. En afgelopen week maakte het ministerie van Financiën bekend dat sinds 2001 een groep van 4.500 spijtoptanten met spaarrekeningen of ander buitenlands vermogen zich heeft gemeld. De staat leverde dit 135 miljoen euro aan naheffingen op, waarvan 21 miljoen in 2007.
Maar tegenover deze vrijwillige inkeerders stond een groep van 100 Nederlanders die bezwaar aantekenden tegen de naheffing. Zij raakten verzeild in korte strafzaken onder de politierechter. Enkele strafzaken tegen die groep werden door de fiscus gewonnen, maar daar staan ook blunders van de fiscus tegenover.
Zo maakte de dienst door een stommiteit de naam van een bank waar de zwartspaarders in Luxemburg bankierden (Van Lanschot) bekend en daardoor werd de wijze waarop de fiscus de informatie heeft verkregen openbaar. De rechtszaak hierover loopt nog, maar wel is duidelijk dat een onomstotelijk onrechtmatig verkregen bewijs problematisch is voor een strafzaak.
Daarom hoopt staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën de rechter er buiten te houden. De Jager maakte afgelopen zondag in het tv-programma Buitenhof duidelijk dat Nederlanders met een geheime spaarrekening in Liechtenstein zich straffeloos kunnen melden. Deze inkeerregeling is de zachte kant van de klopjacht die de fiscus op belastingontduikers maakt.
Henry Kieber zal er niet mee zitten. Volgens de laatste geruchten zou de man om wie het allemaal begon op dit moment in Australië verblijven. Als hij slim is, verhuist hij met zijn vermogen ietsje verder naar het oosten. Op het eiland Nauru in de Stille Zuidzee – inwonertal 13.287SEnDwordt slechts één belasting geheven: op het verlaten van het eiland.
n Wilbert.geijtenbeek@reedbusiness.nl
Brusselse richtlijn tot in Singapore
Wilbert Geijtenbeek
In loop der jaren hebben veel EU-onderdanen hun spaargeld toevertrouwd aan banken in landen als Zwitserland, Oostenrijk en Luxemburg, of in belastingparadijzen als Liechtenstein, San Marino, Andorra of Monaco. Omdat die landen een bankgeheim kennen, bleef dat geld buiten bereik van de belastingdienst in eigen land. De Spaarrenterichtlijn van de Europese Unie uit 2005 moest dat geld onder de nationale belastingpet brengen. Tot juli 2008 houden de banken in Liechtenstein, Zwitserland, Oostenrijk en andere landen 15 procent van de bijgeschreven rente in. De heffing loopt op naar 20 procent tot 2011 en 35 procent daarna. Niet al het geld bij buitenlandse banken heeft met de richtlijn te maken. Simpel gesteld, valt de ontvangen rente op spaarrekeningen, inkomen uit de verkoop van bepaalde soorten obligaties en inkomen uit bepaalde soorten beleggingsfondsen onder de richtlijn. De richtlijn geldt bovendien alleen voor personen. Wie eentrust fundin Liechtenstein heeft of eigenaar is van een postbus BV aldaar, heeft er niets mee te maken. Bovendien zijn er aanwijzingen dat aan de vooravond van de invoering van de richtlijn miljarden euro’s werden overgemaakt op bankrekeningen in talloze belastingparadijzen die niets met de EU-richtlijn te maken hadden of ermee te maken willen hebben, zoals Singapore, Hongkong, Dubai en de Bahama’s. Dat alles zorgde ervoor dat maar een klein deel van het geld waarop in de Europese hoofdsteden werd gerekend er ook kwam. In 2006 stortten de Zwitserse banken samen niet meer dan 327 miljoen euro aan de EU-landen. ‘Brussel’ doet daarom verwoede pogingen ook plekken als Singapore en Dubai te binden aan de richtlijn. Behalve een vip-behandeling bij aankomst, kunnen de EU-vertegenwoordigers echter niet op veel meer rekenen. Overigens zullen Liechtenstein, Andorra, Monaco en San Marino graag voldoen aan een verzoek van Den Haag om gegevens. Maar dan alleen als het delict waar Den Haag aan denkt, ook in hun nationale wetgeving als fraude staat vermeld. En dat is zelden het geval n em
Liechtenstein heeft twee exportproducten: de drilboor van het merk Hilti en het bankgeheim
Auteur(s): Wilbert Geijtenbeek
maandag 3 maart 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten